Je bent goed in wat je doet, je helpt er mensen mee. Je ontwikkelt vol zelfvertrouwen mooie nieuwe producten of diensten. Je bent lekker aan het bouwen aan je ZZP-bedrijf, de toekomst ziet er prachtig uit.
En dan ineens zit ‘ie op je schouder in je oor te fluisteren: het concurrentieduiveltje. Voor je het weet vergelijk je jezelf met anderen. Onderzoek je hoe hoog de prijs is van anderen, hoe zij hun website hebben opgezet. Je probeert erachter te komen of ze beter zijn dan jij. Of juist niet.
Concurrentie zit tussen je oren
Het idee dat jij concurrentie hebt, is van jou – van niemand anders. Vaak ligt de oorsprong in een gebrek aan zelfvertrouwen.
En da’s eigenlijk ook niet zo gek. In onze maatschappij leren we dat we vooral niet moeten opvallen, dat we ons niet beter voor moeten doen dan we zijn.
Tegelijkertijd wordt ‘scoren’, de hoogste resultaten behalen, beloond.
Op dat gevoel wordt ook ingespeeld door bedrijven. Herinner je je de reclameslogan van een bepaalde website voor werkzoekenden nog? “Er is altijd een betere (baan)”.
En ook de overheid draagt z’n steentje bij, door classificaties toe te kennen aan instanties, zodat wij als ‘consument’ makkelijk kunnen zien wie de beste is.
Maar met jouw bedrijf gaat het helemaal niet om of jij wel of niet de beste bent, het gaat erom wat jij aan je klant biedt.
En dat is per saldo iets, wat niemand anders kan. Jij bent namelijk uniek – wat je biedt is dat dus ook.
Op ieder potje past een dekseltje
Stel, je bent een boekhouder. En ja, daar zijn er meer, zelfs heel veel van in Nederland. Maar biedt iedere boekhouder exact hetzelfde aan z’n klanten? Nee, natuurlijk niet. Iedere boekhouder is namelijk uniek.
Al doe jij exact dezelfde handelingen als je vakgenoten, dan nóg ben je geen concurrenten van elkaar.
Dat komt door je persoonlijkheid, die gevolgen heeft voor hoe je dingen aanpakt en met mensen omgaat.
De uitdaging voor jou ligt erin, om je (potentiële) klanten duidelijk te maken wat jouw unieke waarde is. Als je dat goed genoeg doet, krijg je vanzelf de klanten die daar het beste bij passen.
Waarom moeilijk doen als ’t makkelijk kan?
Je denk nu misschien “Ja hallo, hoe moet ik mijn persoonlijkheid nou in m’n pitch verwerken???”
En terecht, want dat is ook ondoenlijk, onpraktisch en niet bevorderlijk voor je positionering.
Gelukkig hoef je dat ook helemaal niet te doen: je hoeft alleen maar jezelf te zijn.
Hier zit wel een addertje onder het gras.
We hebben namelijk geleerd van alles te zijn behalve onszelf en dat alleen het beste goed genoeg is.
Hoe dat gebeurt? Kijk maar ‘ns naar het eerste deel van dit blog.
In grote lijnen wordt ons geleerd dat je niet bijzonder mag zijn, maar dat je tegelijkertijd altijd moet proberen de beste te zijn.
Dat is genoeg om ieder van ons in de war te brengen en onzeker te maken.
Jezelf zijn? Je kijkt wel linker uit.
Al vanaf onze geboorte worden al onze functies afgezet tegen een ‘normaallijn’.
Kleine afwijkingen vallen nog binnen de marge, maar o wee als je nog meer afwijkt.
Voor je het weet staat jouw afwijking in de DSM-V en zit je levenslang aan de zware medicijnen.
Jezelf zijn, authentiek en congruent zijn, is dus niet voor iedereen even makkelijk. Maar het is voor je bedrijf belangrijk dat je het bent. Het is noodzakelijk om het concurrentieduiveltje op afstand te houden. Het is noodzakelijk om maximaal succesvol te worden.
Ik leg je daarom in een volgend artikel uit wat authenticiteit en congruentie nou eigenlijk zijn. Maar dat is niet alles: in maar liefst nóg 2 artikelen leg ik je uit hoe je het (weer) kunt worden. Wil je geen enkel artikel van de serie missen? Abonneer je op ZZP-Info en ze vallen vanzelf in je digitale brievenbus.
Heb jij wel ‘ns last van het concurrentieduiveltje? Wat doet dat met jou en met je bedrijf?
Deel je ervaringen hieronder, da’s interessant en leerzaam voor iedereen die meeleest.
Hallo Renée,
Dat duiveltje komt bij mij regelmatig langs en dan merk ik dat ik twijfel aan mijn prijs. Ik probeer bij mezelf te blijven en niet mee te gaan in de hype van hoe meer je weet hoe beter je bent. Voor mij geldt vooral doe waar je goed in ben en doe dat zo goed mogelijk.
Ja, het blijft moeilijk hè, Anita …
Wat mij elke keer goed helpt, is de ‘aquariumtheorie’. Daarbij stel je jezelf het volgende beeld voor: wij zijn vissen die op verschillende niveaus door het aquarium zwemmen.
Wij hebben van kleins af aan geleerd altijd (op) te kijken naar de vissen die boven ons zwemmen en ernaar te streven om helemaal bovenaan terecht te komen.
Wat we níet hebben geleerd, is om te kijken hoeveel vissen er eigenlijk onder ons zwemmen – en dat zijn er een stuk meer dan de ’topzwemmers’!
Je klanten zwemmen onder je en als zij naar boven kijken, zien ze … jou. 🙂
Waar je ‘concullega’s’ zwemmen is voor hen van geen enkel belang, dus hoeft het dat voor jou ook niet te zijn.